Anders bouwen

We willen een voorbeeld voor de bouwbranche zijn, een toonbeeld van circulair bouwen. En bij voorkeur ook een toonzaal, waar de hele bouwbranche en iedereen die het verder horen wil meegenomen wordt naar een andere werkelijkheid in het bouwen. Da’s best pretentieus, maar dat bedoelen we als ambitieus.

Circulair bouwen kun je op diverse manieren aanvliegen.

Terugkijken

Je kan circulair naar het verleden kijken en zeggen: we redden een slooppand van de sloop en alles wat we eraan gaan vertimmeren doen we biobased (met hout, mycelium of wol, om er maar een paar te noemen) en/of met oude bouwmaterialen die we ‘oogsten’ bij slopers, uit een ‘donor-gebouw’ halen, bij bedrijven die ‘dode’ voorraad hebben of door gekke materialen te gebruiken die eigenlijk niet als bouwmateriaal bedoeld waren. Dat noemen wij ‘materialen met ervaring’ en in onze ogen geven die een beetje ‘ziel’ aan een bouwproject waar anders alleen maar nieuwe spullen verwerkt worden.

Vooruit kijken

Je kan ook circulair de toekomst inkijken en zeggen: Alles wat ik bouw en toevoeg is demontabel en kan altijd hergebruikt worden voor een volgend project. En als je middels een materialenpaspoort (van Madaster) precies weet wat er in je pand zit, wordt het een voorraadkast met materialen voor de toekomst. Nog een stap verder is proberen sommige zaken ‘product-as-a-service’ te regelen. Dan koop je de spullen niet, maar huur je ze en laat je het eigendom bij de producent. Als die verantwoordelijk wordt voor het onderhoud en het verbruik, gaat hij of zij uiteindelijk betere, makkelijker te repareren en zuinigere dingen maken.

Op een voetstuk

Wij proberen beide wegen te bewandelen en willen zoveel mogelijk bedrijven en producten die aan onze circulaire maatstaven voldoen figuurlijk, maar waar het kan ook letterlijk op een voetstuk te zetten.

Hoe wij het pand aantroffen voor de verbouwing. Gehavend door koperdieven, kwajongens en de elementen.

Bouwprincipes

Circulariteit in de bouw draait om het hergebruiken van materialen en het minimaliseren van afval, met als doel
gebouwen en grondstoffen langer in de kringloop te houden. Hier kan je een scala aan bouwprincipes en modellen op loslaten. Hieronder de principes die het meest terugkomen in de ontwikkeling van De nieuwe Groene Afslag.

De lagen van Stewart Brand

Het lagenmodel van Stewart Brand uit het boek How Buildings Learn (Site, Structuur, Skin, Services, Space Plan en Stuff) is als een lasagne: elk laagje, van de fundering en locatie (site) tot het interieur (stuff), heeft z’n eigen identiteit en houdbaarheidsdatum. Dit betekent dat je niet de hele lasagne weggooit als alleen de saus (skin) over datum is.

De R-ladder

De R-ladder is de duurzame doe-het-zelfgids voor bouwers die liever hergebruiken dan verspillen: van Refuse (niet kopen) tot Recycle (nieuw leven geven). Hoe meer treden van de ladder je bewandeld, hoe groener je bouwt.

Kintsugi

Deze Japanse techniek en filosofie sluit naadloos – nou ja niet geheel naadloos maar daarover later meer – aan bij het circulair ontwerpen en ontwikkelen. Het draait bij Kintsugi om iets wat gebroken is, bijvoorbeeld een pot, te herstellen met goudlijm en zo een object te creëren dat eigenlijk mooier en unieker is dan het oude object. Én bovendien ervoor zorgt dat het potje een tweede leven krijgt.

Samenwerken

Voor een serieuze ontwikkeling heb je tientallen partijen nodig van architecten tot ecologen en van aannemers tot vleermuiskasttimmermannen. Om tot anders
bouwen te komen is het essentieel om hier een fijne omgeving voor te creëren waar er open, transparant, flexibel en positief samengewerkt wordt.

Drijfveren

Bovenstaande principes hebben wij omarmd en samengevat in drie drijfveren:

Deze worden bij elke serieuze beslissing en bij het afronden van fasen op tafel gegooid.
Oh, wat als we het niet doen. Wat als we het niet weggooien. Wat als we het draaien en lichter doen, wat als we het alleen daar toevoegen en niet daar. Hoe zorgen we ervoor dat niet alleen jij, maar ook jij daar een makkelijkere uitvoering door krijgt, etc.

Op een supertoffe locatie, langs een van de drukste snelwegen van het land, met ook nog eens erg lekkere horeca. Superplek om je klanten mee naar toe te nemen.

Visie op architectuur

Het pand waar we naar gaan verhuizen is een ietwat ‘brutalisch’ ding, sommigen vinden het prachtig, andere vinden het een betonnen Oostblok kolos. Wijzelf zagen de schoonheid door de-ellende-van-30-jaar-leegstand-met-een-lek-dak heen. Toen we onze architect voor de het bouwkundige deel, de vermaarde circulaire voorloper Thomas Rau vroegen naar een visie op het pand kwam er een mooi verhaal.

Het is een typisch militair gebouw. Dat wil zeggen dat het nogal twee dimensionaal is. Militiaren acteren vaak over twee assen. Het zijn strategen, dus er is een denk-as. En het zijn doeners, gechargeerd gezegd, ze vallen aan of trekken zich terug. Dat is de andere, de doe-as.

Een derde, een diagonale as, een gevoel-as, ontbreekt volledig in het pand dat we kochten. Als je daarover nadenkt is dat best logisch, want soldaten moeten op commando in staat zijn hun gevoel ‘uit te zetten’.

Na ampel beraad, ook in overleg met de architect voor de binnenboel, Sanne Oomen, hebben we op verschillende manieren nieuwe, schuine assen door het pand getrokken. Zo zijn er binnen in het best wel donkere gebouw lichtvides gezaagd en de allergrootste gaat diagonaal voor vier verdiepingen èn het dak heen.

Ook aan de buitenkant maken we het pand, dat eigenlijk een stapel ‘doosjes’ is op alle verschillende verdieping, niveaus, terrassen en het dak bereikbaar door er schuine, scheve, diagonale brugdelen naar toe te brengen.

Het tweedimensionale militaire gebouw wordt nu heel veel lichter en lichtvoetiger thuis voor De nieuwe Groene Afslag. lijk, maar waar het kan ook letterlijk op een voetstuk te zetten.

De verbouwing in beeld